Veel mooie en gezellige ervaringen
Rajitha (24) is al 10 jaar vrijwilliger bij stadstuin rusthout
Enthousiast vertelt Rajitha over de dieren die ze verzorgt op Stadstuin Rusthout. Over de konijnen en cavia's, waarvan ze het hok elke week verschoont. Over de kippen, die vrij onverwachts kuikentjes hebben gekregen. Over de geiten, die met de hand grootgebracht zijn en allerlei trucjes hebben geleerd.
"Ik werk hier al 10 jaar als vrijwilliger, vanaf mijn 14e. Vooral met de dieren, maar er zijn ook vrijwilligers die zich bezighouden met de moestuin, de speeltuin of het beheer. Er is hier altijd wel een klusje te vinden dat bij je past."
Het gezellige team is niet het enige dat het vrijwilligerswerk voor Rajitha zo leuk maakt. "Ik werk graag met dieren én met kinderen. Bij de Stadstuin kan ik dat combineren. Het allerleukste vind ik de themadagen, zoals het zomerfeest en Halloween. Dan mag ik kinderen rondleiden en ze van alles leren over de dieren, bijvoorbeeld hoe je het beste een konijn vasthoudt. Die vrolijke, geïnteresseerde gezichtjes die je dan ziet, daar doe ik het voor."
Dit past goed bij de opleiding pedagogisch werk, die Rajitha momenteel doet. "Hiervoor heb ik een opleiding voor dierenartsassistente gedaan, maar ik zie mijzelf niet mijn hele leven in een praktijk staan. Daarom ben ik verder gaan studeren. Ik hoop straks een baan te vinden waarin het werken met dieren en kinderen ook weer kan combineren. Ik doe hier nu in ieder geval al heel mooie en gezellige ervaringen op."
'Ik vrijwillig wat af!"
"Ik vrijwillig wat af!" Ik vrijwillig wat af!Tekst: Steven LekFoto's: Media Lek Noëlle (51) heeft een jarenlange carrière als jurist achter de rug. Na haar studie Nederlands recht in Nijmegen werkte ze bij diverse ministeries. Tot ze een aantal jaren geleden noodgedwongen die carrière moet beëindigen. Toch zit ze alles behalve stil: “Ik vrijwillig wat af!”. In de Leidschendamse bibliotheek aan de Vliet vertelt Noëlle over haar vrijwilligerswerkzaamheden. Hier in de bibliotheek is ze zelfs twee keer per week te vinden: elke woensdag in het Taalhuis om de Nederlandse taal te oefenen met cursisten, en één keer per week als Taalmaatje voor één-op-één begeleiding.Afgelopen woensdag nog zat Noëlle er met twaalf zogenaamde ‘taalvragers’. Ze lezen dan de ‘Startkrant’, waarin in klare taal de actualiteit besproken wordt. Daarin staan de meest uiteenlopende artikelen. “Zo lazen we afgelopen woensdag bijvoorbeeld over een patiënt die de beademing van een andere patiënt heeft uitgezet omdat het apparaat zo piepte. We lezen het artikel samen hardop en hebben het dan over de moeilijke woorden. Dat vinden mensen fijn. En dan vraag ik vaak of je in je eigen woorden kunt vertellen wat je net hebt gelezen.” Het is belangrijk dat iedereen meedoet, zegt Noëlle. “Als iemand op z’n telefoon zit zeg ik ‘Ken jij dat woord?’. Wat dat betreft ben ik echt een juf. Maar mensen doen allemaal heel erg hun best”. Uit de reacties blijkt wel dat het allemaal niet voor niets is: “Ik had onlangs nog een mevrouw die zei ‘Ik heb een baan gevonden en dat komt ook door jullie!’”. TaalmaatjeNoëlle is ook nog Taalmaatje. In dit één-op-één contact oefent ze de Nederlandse taal met mensen die daarin wat hulp kunnen gebruiken. In die hoedanigheid komt ze wel eens wat zaken tegen die een probleem kunnen opleveren: “De overheid streeft naar heldere communicatie maar dat gebeurt echt nog niet altijd. Ik begeleidde iemand die wilde reageren op een speelpleinplan. De gemeente had een enquête over: ‘Wat wilt u dat er met de speeltuin gebeurt?’. Deze mevrouw heeft jonge kinderen in de straat en ze vroeg aan mij of ik mee wilde helpen met het invullen van de enquête. Een superleuke praktijkopdracht. Ik zag het formulier en dacht: ‘Wat complex!’. Er stonden bijvoorbeeld allerlei standpuntwisselingen in. En er stond tot drie keer toe iets anders: je moet bellen, je moet mailen en je moet langskomen. Ik dacht ‘Wat moeten we nou doen?’, ook al was het met de beste intenties opgezet. Ik denk dat we als Nederlanders onderschatten hoe moeilijk het is om Nederlands te leren.” Andere kant van NoëlleWaar ze bij het Taalhuis en als taalcoach haar doenersmentaliteit aanspreekt, kan Noëlle bij haar rol in de cliëntenraad van het Haaglanden Medisch Centrum haar juridische achtergrond kwijt. Elke maand krijgt ze digitaal een pak papier aangeleverd om door te nemen. “Ik weet nu alles over de patient related outcome measures, de proms”, lacht ze. Ze zit hier in een raad met nog zeven anderen, met wie ze gevraagd en ongevraagd advies geeft over alles wat de patiënt aangaat. “Zo is er nu een verbouwing waar wij ook bij worden betrokken. Wij kaarten dan bijvoorbeeld aan dat de patiënt de arts nog steeds moet kunnen spreken zonder allerlei bouwgeluiden. Of dat het ziekenhuis goed bereikbaar blijft”. Zo heeft de raad onlangs concreet kunnen bijsturen in de parkeertarieven bij het Haagse Westeinde-ziekenhuis. En één van de speerpunten voor het komende jaar is de manier waarop het ziekenhuis communiceert met patiënten van diverse afkomsten. Hier neemt Noëlle haar ervaringen vanuit het Taalhuis weer mee naartoe. Toch erkent ze dat er grenzen zijn in de bijsturing. “Je kunt als cliëntenraad niet zeggen ‘Hoho, we gaan het helemaal anders doen’, maar je kunt wel accenten anders leggen en ergens aandacht voor vragen.” Noëlle’s praktische kijk op zaken komt ook bij de cliëntenraad regelmatig omhoog: “We hebben online enquetes maar niet iedereen is digitaalvaardig. Ik dacht, waarom zetten we niet gewoon een standje neer en vragen we ‘Wat vindt u daar nou van?’”. Het is een soort oerbehoefte om iets te betekenen voor een ander Nog een andere petNoëlle is lid van nog een adviesraad, namelijk voor het sociale domein van de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Onlangs nog heeft die raad een advies gegeven om meer moeite te doen om asielopvang te creëren “voordat de Rijksoverheid het alsnog verplicht”. Maar de raad is actief op veel meer thema’s in de gebieden van de zorg, jeugd en werk & inkomen. “We zijn ook betrokken bij het project ‘Sterk voor Noord’. We hebben gezegd dat we meer aandacht willen voor de buitenruimte. Mensen verblijven hier noodgedwongen of vanuit hun culturele achtergrond vaker in de buitenruimte. Zo was er gedoe over een zwembad dat door flatbewoners is gekocht en neergezet. Handhavers zeiden: ‘Laat maar leeglopen, dit is het plantsoen van de gemeente’. Wij zeiden ‘Gemeente, maak nou een plan voor hoe dit misschien wél kan!’”.Noëlle zou zich vervelen als ze geen vrijwilligerswerk zou doen. Door het vrijwilligerswerk is ze anderen van dienst maar kan ze ook haar eigen intellectuele en praktische kwaliteiten kwijt, zegt ze.“En je bent pas iets in relatie tot anderen. Je wilt van nut zijn tot anderen. Het is een soort oerbehoefte om iets te betekenen voor een ander”.Net als Noëlle ook iets betekenen voor een ander? En daarmee ervaren wat vrijwilliger zijn jóu opbrengt? Ga dan nu naar de vacaturebank en kijk wat bij jou past! Deel deze verhalen en inspireer anderen om ook te helpen! FacebookTwitterLinkedInWhatsappForward
Lees het verhaal